Generatie I

I

Jan Tiebbens, geb. ca. 1640, overl. Groningen voor oktober 1697, tr. 23.06.1666 Maria Eernst ’t Zimmermans. (spellingsvarianten Maria Jans, Maria Jansens)

Bron: Kerkelijke gemeente Groningen. Ondertrouwboek 1661-1668, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 168, blad 110.

Uit dit huwelijk zijn te Groningen geboren:

  1. Lupke  Jans van Alsema, ged. 04.07.1667, begr. 31.12.1756, tr. 31.05.1687 Otto Hendriks Reurinck van Haarlem.(spellingsvarianten: Rentingh/ Reutinga.)
  2. Erenst van Alsema, ged. 12.12.1669. (Volgt als IIa.)
    • Anne Catrine van Alsema, ged. 17.05.1674, jong overleden.
    • Tjebbe van Alsema, ged. 14.11.1675. (Volgt als IIb.)

    Bron: Kerkelijke gemeente Groningen. Algemeen doopboek 1658-1676, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 147.

    Bron: Kerkelijke gemeente Groningen. Algemeen doopboek 1658-1676, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 147.

    Bron: Kerkelijke gemeente Groningen. Algemeen doopboek 1658-1676, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 147.

    Bron: Kerkelijke gemeente Groningen. Algemeen doopboek 1658-1676, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 147.

    R.A. Groningen, IIIx  64, fol. 226, dd. 6 september 1686.

    Op 22 juli 1686 koopt Jan Tiebbes het huis van Hindrik Sluiters. Dit huis staat ten oosten in de Herestraat, ‘over de pijpe.’ De koper moet jaarlijks vijf stuiver grondpacht betalen aan Geert Vriese en verder nog acht gulden, dertien stuivers en zes plakken aan de Martinikerk. Voor achthonderdtwintig carolus gulden wordt Jan Tiebbes eigenaar van dit huis. Op de kaart van Egbert Haubois is het pand duidelijk te zien.          

    R.A. Groningen,  IIIx 76, fol. 71, 8 januari 1698

    Ernestus Jansen van Alemaer en Tiebbe van Alemaer maken een erfscheiding en deling van de goederen die zijn nagelaten door hun ouders Jan Tiebbes van Alemaer en Maria Jansen. Ernestus krijgt alle nagelaten goederen en de winkel, uitgezonderd wat zijn zwager en zuster bij een scheiding van goederen op 22 oktober 1697 is toegedeeld. Tiebbe ontvangt een schadeloosstelling van 2200 gulden.

    Ad idem. Dat persoonlijck voor ons gecompareert ende erschenen zijn de Edele Ernestus Jansen van Alemaer ter eenre, en Tiebbe Jansen van Alemaer ter andere zijde: welcke bekenden ende beleden voor haer ende haere erffgenamen, dat sij met malcanderen een vrindelijcke stedevaste ende onwederroeplijcke erffscheidinghe en dielinge hadde gemaackt, rakende de nalatenschap van haer overledene olderen, wijlen de Edele Jan Tiebbes van Alemaer en Maria Jansen echteluiden. En dat in voegen als volget. Vor eerst soo sal Ernestus Jansen van Alemaer behouden eeuweklijck ende erfflijck alle de goederen soe sijn opgenoemde oudere eenichsints op haer doodlijck deces hebben nagelaten met alle de in- en uitschulden soo nu bekent als niet bekent sijn, met alle de ingoederen mitsgaden de winckel met desselfs waeren en al wat daer eenichsints an behoort, niets daer van uitgesondert exempt het geene haer swager Otto Hindricks en Lupke Jansen van Alemaer echteluiden volgens erffscheidinge en scheitbrieff te diele is gevallen in dato den 22 october 1697. Waer tegens Tiebbe Jansen van Alemaer wegen sijn meergenoemde ouders nalatenschap sal genieten wegens sijn toegedielde erffenisse, de somma van tweeentwintichhondertn carolus gulden, welcke penningen Ernestus Jansen van Alemaer belooft ende anneemt op maij deses jaers in een termijn vrij cost ende schdeloos te voldoen en betalen an sijn broeder Tiebbe Jansen van Alemaer. Waar mede de comparanten verclaren ende bekennen met opgemelte  scheij dinge ende dielnge ten eenemael vredich ende gecontenteert te sijn sonder de minste pratentir op de eene ofte de ander te behouden uit wat hoofde het oock bedacht konde worden. Voorts stelde Ernestus Jansen van Alemaer voor de beloofde affcoop penningen ter somma 2200 gld, op tijdt boven….. onderpande alle sijne goederen praesent ende toekomende, geene van allen exempt, deselve tot dien sine submitterende alle hoge ende lage rechten .. rechten de reale executie in sijn hijr van twee gelijckluidende ……. brieven gemaeckt. Sonder arch ofte list etc. Den achten januarii 1698.

    ————————————————————————————————————–

    R.A. Groningen, IIIx 76, fol.37 v.,  22 oktober 1697.

    De kinderen van Jan Tiebbes en Maria Jansen, Lupke, Ernestus en Tiebbe maken een erfscheiding van de door hun overleden ouders nagelaten goederen. Lupke, geassisteert door haar man Otto Hindricks, is uitgeboedeld en ontvangt een huis en hof met daarachter twee kamers staande over de Herepoortenboog en nog enige penningen. Ernestus en Tiebbe behouden alle andere ouderlijke goederen, zowel de mobiele als immobiele.

    Ad idem. Dat persoonlijck voor ons gecompareert zijn Lupke Jansen geadsisteert met haer eheman Otto Hindricks ter eener, ende Ernestus Jansen en Tiebbe Jansen ter andere sijde, de welcke bekenden ende verclaerden dat sij liefflijck en in der minne een vaste en onwederroeplijcke erffscheidinge en dielinge hadden gemaeckt van haere overledene ouderen wijlen de Edele Jan Tiebbes en Maria Jansen echtelieden  naelatenschap. Invoegen dat Lupke Jansen is te diele gevallen een huijs en hoff met twee camers daer achter staande op Martinii kerkcken grondt over Heer poorten Boge, hebbende vrije in- en uitganck in de Princendwarsstraat, waer aen ten noorden Berent Davids, ten oosten de Princendwarsstraat, ten zuiden Egbert Goohsens weduwe en ten westen Heere Straeten met noch eenige penningen die sij verclaerde tot haer contintement ontfangen te hebben. Voorts bekende sij mede dat haere lieve ouderen voorschreven haer hadden uitgeboedelt, waer tegens haer gemelten broederen niets hadden ontvangen, soo dat haere gemelte erffportie niet hooger konde belopen als het geene boven is gespecificeert. Der halven haer voornoemde broederen te diele waeren gevallen en erffelijck souden behouden alle de andere ouderlijcke goederen soo mobile als immobile, actien, crediten, wat namen die mogen hebben off waer gelegen, geene uitgenomen, mits nochtans dat haere gemelte broederen gehouden sullen sijn (gelijck sij oock beloofden) alleene te dragen ende betalen alle ouderlijcke lasten ende swaricheden, riedes bekent off onbekent niets exemptt. Waer mede comparanten verclaerden een jeder sijn toegedielde ten allen tijden vrij te sullen leveren, wachten ende waeren, voor alle actie ende anspraecke, oock het selve van nu voortaen in den eigendom te mogen anvaerden, possideren, vercopen, veralieneren en in alles daer mede te doen gelijck een jeder met sijn eigen goederen geoorlooft is. Sonder dat sij comparanten de minste actie off praesentie in ’t klein ofte groot op malkanderen behouden, Sonder arch offte listen ad idem. In den jaere sestijn hondert seven en’t negentich den twee en twintigsten october , doe ad idem.